Dit artikel is een reactie op het artikel ‘Andere tijden goochelen’ van Minze.

Minze Dijksma deed onlangs op de digitale Informagie een oproep om een discussie of debat te starten over onze eeuwenoude geheimhouding. Allemaal heel herkenbaar! Deze discussie woedt al “eeuwen”. Het begint allemaal bij de initiatie bij een goochelclub waar één van de toetredingsvoorwaarden bestaat uit de belofte tot geheimhouding. In de meeste goochelboeken wordt dit ook benadrukt en zo is de geheimhouding uitgegroeid tot een erecode (Minze noemt die ook) onder goochelaars.
In principe onderschrijf ik dat nog steeds. Echter Minze zijn betoog gaat over dat we in onze huidige tijd op een snijvlak uitgekomen zijn, waarbij alle geheimen toegankelijk en eenvoudig te achterhalen zijn op het internet en met name op Youtube.
Er is een oud Nederlands gezegde dat luidt: “het bezit van de saeck is het einde van het vermaeck” en eigenlijk geldt dat ook voor goocheltrucs. Als teener bestelde ik ooit per post een goocheltruc voor NLG 2,50 en kreeg vervolgens een envelop met een stuk zwart hoedenelastiek en een veiligheidsspeld. Ik had iets veel gesofisticeerders verwacht en was aanvankelijk uiteraard teleurgesteld. De truc bleek in de praktijk echter prima te “werken”: ik kon opeens op onnavolgbare wijze een munt o.i.d. laten verdwijnen.
Minze geeft het voorbeeld van Hans Kazan, aanvankelijk verguisd en later geëerd met de Gouden Speld van de NMU. Andere voorbeelden zijn Larette die in De Telegraaf enkele eenvoudige trucs uitlegde en daar zwaar voor bekritiseerd werd door de Nederlandse goochelwereld in die tijd. Er werd zelfs gedreigd met “royement”. Larette was in zijn tijd (vóór Fred Kaps) de meest beroemde en gerespecteerde goochelaar van Nederland.
Penn & Teller deelden ooit duimspitsen en kleine rode zijden doekjes uit om daarna massaal samen met het publiek dat doekje te laten verdwijnen. Die kregen ook kritiek, maar zelf ben ik van mening dat als je het dezelfde effect enige tijd later met een blauw doekje zou doen, dat het publiek opnieuw versteld zou staan. Hoe dat komt? Wel goochelaars hebben aandacht, tijd en energie (en ook: geheugenruimte) voor zaken die ons bovengemiddeld interesseren (de goochelkunst). Daarom zijn wij goochelaars als een spons die alles over goochelen opzuigt. Dat geldt bij lange na niet voor het overgrote deel van het publiek. Er zijn altijd wel een paar toeschouwers bij die geïrriteerd raken en zich “dom voelen” omdat ze het effect niet kunnen doorgronden, maar dat wordt veelal gevoed door de houding van de goochelaar in kwestie: “Kijk eens wat ik kan!” in plaats van: “Moet je eens zien wat leuk”. De meesten willen de illusie blijven koesteren en willen “het” niet eens weten.
Ik heb wel moeite met het verklaren van trucs zoals The Masked Magician dat enige jaren geleden deed. Dat is goedkoop scoren (“pronken met andermans veren”) door op TV grote illusies te verklaren; illusies die jaren gekost hebben om te bedenken, in de praktijk uit te voeren en daarna nog te fine-tunen etc. Hier heeft het publiek niets aan, want ze kunnen hier zelf niets mee. Tenzij ze bereid zijn om dezelfde aanzienlijke investering te maken (aankoop en daarna veel oefenen etc.).
Dat geldt evenzeer voor de Youtube verklaringen van Victor Mids.
Ooit hadden wij deze zelfde discussie op mijn goochelclub en daar waren toen ruwweg twee kampen: 1 voor en 1 tegen. Degenen “tegen” kwamen nog uit de “oude school”, degenen “voor” waren van mening dat de verklaring van een oud effect een uitdaging voor ons vormde om weer aan een nieuw effect te werken. Dit zou de goochelkunst in hun ogen verder brengen.
Het lekenpubliek heeft niet dezelfde instelling als wij goochelfanaten. Een verklaring gaat daarom bij hen het ene oor in en het andere weer uit.
Voor mij – generatiegenoot van Minze – lag de toetredingsdrempel ooit heel hoog. Ik vind het prima om die nu zoveel mogelijk te verlagen. Hopelijk trekt dat op die manier nog veel meer nieuwe “goochelfanaten” aan. Die hebben we heel hard nodig nu het verenigingsleven in het algemeen zwaar onder druk staat, vanwege vergrijzing, (post) Corona effecten en heel veel andere afleidingen voor de jeugd. Van mij mag de inhoud van de Informagie dan ook voor een ieder toegankelijk gemaakt worden.

Gandalf