Eregalerij van Nederlandse goochelaars die wereldkampioen zijn geworden.

Ik heb de grote bloeiperiode meegemaakt van het goochelen in Nederland. Daar heeft een groot aantal goochelaars voor gezorgd. Richard Ross (1946 – 2001) was er daar een van. Hij begon al op jonge leeftijd met goochelen. Studio Cortiny speelde daarbij een belangrijke rol. Hij kocht er zijn eerste trucjes en werd daar ook demonstrateur. Ook begon hij goocheldagen te bezoeken en zag Tel Smit, Ted Lion en Peter Duval met een eigen act optreden. Dat wilde hij ook. Hij bouwde een eigen act en besloot in 1965 deel te nemen aan het Nationaal goochelcongres in Haarlem. Richard won de derde prijs manipulatie om vervolgens in 1967 en 1968 bij de Nederlandse kampioenschappen de eerste prijs manipulatie te winnen.

Van demonstrateur tot wereldkampioen

Tijdens zijn diensttijd in Assen leerde hij Eric Eswin kennen in dezelfde kazerne waar ik mijn diensttijd heb vervuld, maar door uitstel i.v.m. studie ben ik Eric en Richard misgelopen. Na diensttijd werd Richard demonstrateur bij Cortiny. Ger Copper kocht hier zijn eerste trucje en Richard zag dat Ger veel talent had. In dezelfde winkel heb ik ook een paar trucs bij Richard gekocht, maar hij zag in mij meer een klant.

Het werken met munten en kaarten is leuk voor op de eerste rij vond Richard, maar de mensen op de achterste rij zien dat niet. Hij besluit om de attributen groter te maken en ontwikkelt daarvoor een aparte handelingstechniek en dat werd zijn handelsmerk.

In 1970 heb ik mijn eerste wereldcongres in Amsterdam bijgewoond en zag dat Richard de Grand Prix won. Hij zegt zijn baan op bij Cortiny en wordt beroepsgoochelaar. En als kersverse wereldkampioen gingen alle deuren in de internationale artiestenwereld voor hem open. Hij krijgt het druk en kan de begeleiding van Ger Copper niet langer meer op zich nemen. Frans van Klingeren wordt zijn eerste manager en hij maakt samen met een groep van 22 Nederlandse artiesten een tournee van drie maanden naar Brazilië.


Cover van Triks, Op het toneel tijdens FISM Amsterdam 1970 en een krantenbericht uit 1970

In 1973 werd voor de tweede keer het FISM congres in Parijs gehouden. Een half jaar daarvoor besloot hij zijn titel te verdedigen. In zijn act zaten de ringen. Hij had hiervoor een nieuwe techniek ontwikkeld. Het leek net of de ringen in elkaar versmolten. Heel magisch en voor de slotact had hij een nummer met klokjes bedacht en uitgewerkt. Vermeyden en Richard respecteerden elkaar en zaten in dezelfde vriendenclub. Richard vertelde hem dat hij mee ging doen in Parijs. Vermeyden raadde hem dat af, maar Richard vertelde dat hij een goed idee had met klokjes en liet ze ook aan hem zien. Maar Henk werd een dagje ouder en vertelde aan Richard later, dat hij een goed idee had voor zijn act. Het werken met klokjes, waarop Richard hem verbaasd aankeek en vertelde dat het zijn idee was en dat hij hem dit ook had verteld en de klokjes zelfs had laten zien. Hij was geen leerling van Vermeyden. Dit in tegenstelling tot veel grote goochelaars zoals Fred Kaps, Peter Pit en Tel Smit.
Tijdens het concours in Parijs werd hij voor de tweede keer wereldkampioen.


Cover ‘Revue de la Prestidigation’ 1997 en Richard & Véro (1976)

Hij kreeg daarna vele buitenlandse contracten. Hij stond o.a. in Olympia in Parijs en kwam daar Veronique tegen. Zijn latere steun en toeverlaat. Sinds die tijd hebben ze de hele wereld afgereisd. Hij werd ook gevraagd door Emil Loew een Nederlandse Joodse graanhandelaar, die in de oorlog gevlucht was naar Amerika en een groot netwerk in de goochelwereld had en die de top van de Nederlandse goochelaars naar Amerika haalde. Ze verzorgden lezingen, tournees voor goochelclubs en optredens tijdens goochelcongressen. Mede dankzij Emil zijn bemiddeling heeft de Nederlandse goochelkunst in Amerika een grote naam.

In Amerika ontmoette Richard Jan Torell, die ik op een Nederlands congres heb gezien. Torell demonstreerde de cape. Richard zag direct de mogelijkheden van de cape en heeft die later veel gebruikt bij openingen. Ik heb de handleiding van de cape gekocht en in de kast gelegd.

Richard en Veronique Ross in “Music-hall Théatre de l”Empire” in Parijs 1982

Richard stond jaarlijks vijf maanden in de Crazy Horse in Parijs. Na het zoveelste seizoen was het welletjes en kreeg hij genoeg van het reizen.
Hij had in Amerika het Magic Castle gezien en kwam op het idee om ook in Nederland een ontmoetingscentrum voor goochelaars te beginnen.
Op 3 maart 1984 opent hij het MAC. Het wordt een ontmoetingscentrum waar vakbroeders hun geheimen uitwisselen. Je kunt lid worden van het MAC en elke eerste maandag van de maand is er clubavond. Richard houdt productpresentaties en bedrijfsopeningen en hij werkt nog drie maanden per jaar in de Crazy Horse in Parijs.
De complete goochelbibliotheek van Fred Kaps is verhuisd naar het MAC, want Fred Kaps had veel goochelboeken, die hij uitploos en van aantekeningen voorzag. Dit in tegenstelling tot Richard Ross, die de eerste zes jaar van zijn goochelleven geen enkel boek had ingezien.


Richard Ross en Fred Kaps spelen backgammon, Performing Award Magic Castle, Het Magic Art Center waar natuurlijk ook Richard en Veronique veelvuldig optraden.

In 1984 werkt hij ook mee aan de 1-2-3 show, waarin hij een goochelblok verzorgde en krijgt hij in de van der Ende studio zijn Richard Ross Magic Theater in het cafe straatje. Wanneer hij geen boeking heeft, treedt hij in dat theatertje op. Hij neemt dan jonge talenten mee, die hij begeleidt en laat optreden in het theater.

In 1988 vraagt Eric Eswin Richard om artistiek directeur te worden van het FISM congres in Den Haag. En mede door hem werd het congres een groot succes. Dat heb ik met eigen ogen kunnen aanschouwen. Het was een fantastisch congres. Dit stond in schril contrast met het FISM congres In 1997 in Dresden waar hij de gala presenteerde. Ik zat toen in de zaal en zag dat hij alle zeilen bij moest zetten en jammer genoeg door het ijs zakte.

Richard heeft weinig gepubliceerd. In Triks verscheen in 1970 zijn biljartballenroutine en in 1989 geeft Manfred Thumm een Lecturenote uit van zijn lezing en het boek Das Ringenspel uit. In dat boek staat uitgebreid de ring routine van Richard.

In 2001 is Richard overleden aan een hartaanval. Bij zijn afscheid hadden zich 1200 belangstellenden verzameld. Het werd een indrukwekkende plechtigheid.


Een foto- posterwand in het MAC vol historie en magische momenten van Richard.

Na het overlijden van Richard blijft het Magic Art Center open en wordt gerund door Veronique met een aantal goochelaars van Dutch Magic. Ik vond het een eer, dat men mij ook een keer gevraagd heeft om in het MAC op te treden de eerste maandag van de maand. Ik vond het optreden in het MAC heel bijzonder, sfeervol en magisch. En dan sta je in gedachten even stil bij Richard Ross, waarvan Siegfried en Roy grote fans waren. Hun voorstelling onderbraken zij om het publiek attent te maken op de tweevoudig wereldkampioen die in de zaal zat en hem een applaus van het publiek gunden.


FISM 1985 Madrid: Richard op het podium samen met Otto, Day Vernon en Lance Burton
Otto schreef op de foto: “Pour mon amour Richard, qui jette si bien les roses”

Minze Dijksma