U weet het: tijdens het Nationaal Congres in Rotterdam werd de Henk Vermeyden-wisseltrofee (bestemd voor de Nederlandse concoursdeelnemer met het hoogste puntental) uitgereikt aan het koppel Double J. Aanvankelijk had dit tweetal zich in de juniorenklasse ingeschreven maar, geheel volgens reglement, zijn zij na hun concoursoptreden door de jury overgeplaatst (met hun instemming) naar de senioren, in de klasse algemene goochelkunst. Dit kan alleen als daardoor geen van de andere concoursdeelnemers benadeeld wordt. In de klasse algemene goochelkunst bleek dat niet het geval te zijn. De tot dan toe hoogst geplaatste kreeg de tweede prijs en Double J de eerste (met een op seniorenbasis gegeven puntental). Alles volgens het reglement.

Maar… vervolgens kregen zij ook de Vermeyden-trofee. Daarmee zaten zij echter wèl een andere concoursdeelnemer dwars. Zonder deze overplaatsing zou de Vermeyden-trophee gewonnen zijn door Elramo. Dit is de jury in de hectische momenten voorafgaande aan de prijsuitreiking begrijpelijkerwijs ontgaan. (Zo ook mij op dat moment. Maar na afloop van het congres realiseerde ik het me).

Welnu, vergissingen kan iedereen maken. Belangrijker is: hoe los je zoiets op? Ook hierbij kunnen wij de richtlijnen volgen. Het Dagelijks Bestuur heeft volgens de reglementen gehandeld: een uitgereikte prijs wordt niet meer ingetrokken, maar degene die er recht op heeft krijgt zo’n prijs mede (ex aequo dus) uitgereikt.

Derhalve deel ik u bij deze mede dat de Henk Vermeyden-wisseltrofee 1994 ex aequo is toegekend aan Elramo en het duo Double J.

Wij zullen in de loop van dit jaar een geschikt moment uitkiezen om Elramo de trofee te overhandigen.

Vanzelfsprekend zijn de belanghebbenden op de hoogte gebracht. En hun reactie? Sportiever kon het niet. Beide J’s reageerden: “Wat leuk voor Elramo” en “Wat boffen wij dan”. En Elramo: “Ja, dit had ik mij ook gelijk al gerealiseerd, maar ik wilde niet reclameren. Ik had tenslotte de eerste prijs op de Nederlandse kampioenschappen gewonnen. Dat is toch even wat. Om dan te gaan zeuren dat ik nog meer verdiende, vond ik flauw. Deze oplossing vind ik heel charmant.” Voor zo’n houding heb ik maar één woord: chic – net als zijn nummer en zijn wijze van vertonen.

Ted Winkel

Dit artikel is gepubliceerd in de toen nog papieren versie van Informagie (jaargang 6, nummer 1, september/oktober 1994)