Ik heb vaker van goochelaars gehoord dat het niet mogelijk is om op te treden met alleen een spel kaarten. Deze goochelaars beweren vaak dat je ook andere benodigdheden nodig hebt dan kaarten. Hoewel er zeker een waarheid in schuilt dat het publiek je vaak zal vragen of je ook andere dingen kunt dan met kaarten, is het toch heel goed mogelijk om op te treden met enkel een spel kaarten.

Ik heb gemerkt dat de vraag van het publiek of je ook andere dingen kunt laten zien dan kaarten vaak voortkomt uit een zekere nieuwsgierigheid en niet uit: “Ja ik ben kaarten nu wel zat en wil ook graag andere dingen zien”.
Echter, we moeten wel een aantal dingen realiseren over kaarten en we hebben maar een klein beetje goocheltheorie nodig om het optreden met enkel een pak kaarten mogelijk te maken.

Klein beetje theorie

Elk effect in het goochelen heeft een effect achter het effect. Dit houdt in dat elk effect onder een categorie valt en dat elk effect een ander idee uitstraalt.

Zo hebben we bijvoorbeeld, om een paar ideeën achter effecten te noemen:

  • Transpositions (2 of meerdere kaarten die van plaats verwisselen). Een goed voorbeeld hiervan is: “Be honest, what card is it” of zoals veel van ons hem kennen als 2 card Monte.
  • Teleportations (een kaart die teleporteerd, m.a.w. zich naar een andere plek verplaatst). Een mooie voorbeeld hiervan is “The biddle trick”.
  • Impossible location (een kaart die wordt gevonden op een onmogelijke plaats). Denk hierbij bijvoorbeeld aan “The card Stab”.
  • Card to impossible location (een kaart die naar een onmogelijke locatie overgaat, zoals bijvoorbeeld een broekzak). Een voorbeeld hier van is: “Homing card” of als we het hebben over het gedeelte van een kaart “Angle Z”.
  • Tot slot: Card changes (een kaart die verandert). “The wild card” routine is hier een voorbeeld van.

Al deze effecten geven dus een ander idee af, van het kunnen verwisselen van 2 objecten met elkaar tot het kunnen veranderen van kaarten. Het is ook belangrijk dat je leert wat elk effect uitstraalt en dat je zorgt dat er de nodige afwisseling is tussen je effecten.
Als je 3 keer een effect uitvoert dat voor ons anders is maar voor de toeschouwer essentieel het zelfde is of lijkt, dan zal het inderdaad niet mogelijk zijn om een hele show te doen met kaarten.
Het uitvoeren van 3 effecten met het zelfde idee is het zelfde als een film kijken waarin je 3 keer dezelfde scene ziet met net iets andere acteurs en een iets andere context. Natuurlijk verandert de omgeving en het uiterlijk maar het idee van wat er gebeurt blijft hetzelfde.

Beginnen met kaarten

Ik hoor goochelaars ook wel eens zeggen dat ze graag kaarttrucs doen maar dat dit nooit hun begintruc is. Heb jij ook wel eens gehoord “Ja die truc ken ik al”? Mooi, ik ook niet!
Het komt in Nederland vrijwel nooit voor dat mensen zullen zeggen dat ze de truc al kennen als je komt aanlopen met een spel kaarten. Zelfs als dit wel zou gebeuren dan doe je een “Card Spring” en dan ben je af van dit idee omdat je een vaardigheid laat zien.

De realiteit is echter wel dat jij als goochelaar jouw effecten moet uitkiezen als openers, middel-stukken en finales. Dit houdt in dat jouw opener het liefste visueel en in hoog tempo moet zijn. Er moet veel gebeuren in het begin (meer hierover in de blog van Jason Ladayne in informagie).
Een aantal effecten die perfect zouden zijn als opener zouden bijvoorbeeld zijn: Ambitious card, The wild card, Twisting the Aces en Dr. Daley’s last trick. Deze effecten zijn allemaal visueel en er gebeurt meteen veel in het begin wat er ook voor zorgt dat je de toeschouwer vasthoudt en dat je met latere effecten – zoals bijvoorbeeld: triumph – ook de aandacht kan vasthouden.

Rico