De belevenis-economie
Misschien herkent u het zelf: je komt “iets” tegen en schaft het aan om – zodra je er tijd voor hebt – eens goed voor te gaan zitten. Zo heb ik nog een aantal trucs en DVD’s in mijn goochelkast liggen waar ik nog niet aan toe gekomen ben. Maar goed, wat in het vat zit … en er komt een dag….
Ik heb dat vaak – ook – met boeken. Er valt meer te lezen dan een mens tijd heeft en zo had ik al een aardig stapeltje van nog te lezen boeken klaar staan. De vakantieperiode is dan zo’n periode dat je geen excuus meer hebt, je moet jezelf ook nog grotendeels vermaken (want: geen Netflix en soms geen Wifi), dus je maakt een selectie uit en gooit deze in je koffer.
Voor mij was daarbij deze zomervakantie het boek: The Experience Economy, met als ondertitel: Work is Theatre & Every Business a Stage van B. Joseph Pine II en James H. Gilmore. Toen ik dat op mijn vakantieadres opensloeg zag ik tot mijn grote verbazing dat dit boek oorspronkelijk in 1999 is uitgekomen. De tijd vliegt, zeker wanneer je tussentijds door veel andere zaken afgeleid wordt en misschien heb ik het ook wel pas een aantal jaren na publicatie aangeschaft.
Ik kan niet zeggen dat ik het in één ruk uitgelezen heb, want daarvoor is het veel te “wetenschappelijk”, maar ik heb het wel met heel veel plezier gelezen.
Wat een vooruitziende blik……. want alles wat ze in 1999 (be)schreven is vandaag de dag nog vele malen actueler. Sindsdien zijn er vele zogenaamde en soms zelfbenoemde geluksprofessoren geweest die “uitgevonden” hebben dat heden ten dage “een persoonlijke ervaring” veel meer geluk brengt en langer in ons geheugen beklijft dan een materiële aanschaf van bijvoorbeeld het zoveelste paar nieuwe schoenen, jurk of overhemd.
Kinderfeestjes waren deze dagen in het nieuws, want het is uiteindelijk ook nog steeds komkommertijd in de media. Er blijkt een hele nieuwe markt ontstaan te zijn om kinderen nieuwe ervaringen te geven: bezoek aan een boerderij, een natuurtocht, apenkooi en ook mensen die de organisatie geheel regelen met een veelheid aan activiteiten. Liedjes zingen en taart eten en cola drinken, koekhappen, potloodpoepen en ezeltje- prik, daar red je het als hedendaagse jonge ouders niet meer mee.
Ik kan en ga hier niet even een zeer gedegen werk van meer dan 225 pagina’s even voor u samenvatten, maar wil er wel een aantal uitspraken uit aanhalen:
- ervaringen vertegenwoordigen een bestaande – maar niet eerder benoemde – klasse van economische productie
- ervaringen hebben altijd de kern gevormd van entertainment, maar entertainment is slechts één aspect van de ervaring
- ervaringen organiseren gaat niet over entertainment als zodanig, maar over het de mensen betrekken
- een ervaring kent vier dimensies: entertainment, een leer element, “ontsnapping” en “schoonheid”
- betrek alle vijf zintuigen bij een ervaring (vb. Robert Houdin liet ether verdampen in de zaal op het moment dat hij zijn zoontje liet zweven. Dat had met “zweven” in principe helemaal niets te maken maar men geloofde in die tijd dat je van ether “lichter werd”, vermoedelijk alleen in je eigen hoofd)
- mensen nemen rollen aan, maar acteren een karakter
De auteurs hebben grondig studie gemaakt van theaterwetenschappen en passen die – vooral – toe op het bedrijfsleven.
We zijn ooit begonnen met het produceren van grondstoffen (eten, basale kleding etc.)
Daarna zijn we goederen gaan produceren: potten, pannen, messen, het wiel, smartphones etc.
Vervolgens zijn we geëvolueerd naar een diensteneconomie: medische zorg, fiscaal advies, boekhoudservices, financiële en andere diensten etc.
Tot slot is er de ervaringeneconomie, memorabele ervaringen die ons nog lang bijblijven.
Net als je denkt dat je het allemaal begrepen had en het boek uit had, volgt er nog een vrij abstracte nabrander: de transformatie economie in de zin dat de ervaring zo’n grote indruk maakt dat de toeschouwer er dermate door geraakt en tot nadenken gestemd wordt, dat dit een blijvend effect op hem/haar heeft.
Het boek is vooral gericht op het “bedrijfsleven”, maar goochelaars hebben zo ook allemaal hun eigen eenmansbedrijf en bieden ook (hun) diensten aan.
Tot besluit: dit is een zeer terdege studie en daarom een niet heel laagdrempelig boek, maar voor diegenen die daar studie van willen maken: heel veel stof tot nadenken en heden nog actueler dan in 1999! Er zijn maar heel weinig boeken waarvan ik dat kan zeggen. Pine & Gilmore hebben al heel vroeg de trend goed ingeschat en hebben dat op hun eigen wijze aangepakt en beschreven. Top!
Gandalf