De weg naar het podium met…Ger Copper en Alfredo Lorenzo Beautour
“De weg naar het podium met ….” is een reportagereeks over magicians die aan de top stonden, staan of daar misschien wel willen komen. Dit keer Ger Copper, o.a. Nederlands kampioen Junioren op 15- jarige leeftijd in 1969 en Wereldkampioen in 1979. Maar ook Alfredo Lorenzo Beautour, Nederlands Jeugdkampioen Toneelgoochelen in 2015. Hij is pas 12 jaar jong. De meester en één van zijn pupillen.
Ik probeer in het interview de overeenkomsten en verschillen te ontdekken van twee generaties, ieder in een andere fase van hun leven, carrière en hun: “weg naar…. het podium. Dat doe ik met 52 kaarten maar ook 52 verschillende vragen op de rugzijde. Vragen voor Alfredo, Ger of voor beiden. Wie, welke vragen krijgt, dat weten deze meesters van de manipulatie niet. Maar ik ook niet en dat maakt het des te spannender…
Drie uur per dag oefenen
“Mag ik ‘m omdraaien, de ruiten negen?” vraagt Ger een beetje afwachtend onder het genot van een croissantje, gekookt eitje en kop koffie aan de magisch gedekte ontbijttafel in zijn eigen keuken. De tafel ligt vol kaarten in tal van formaten en kleuren. Op de close-up mat liggen de 52 kaarten klaar om omgedraaid te worden. “Ja natuurlijk begin maar!” moedig ik hem aan. Op de blanco rugzijde van de kaart staat: Ger: hoeveel uur was je vroeger met goochelen bezig?
“Nou dat is heel simpel. Ik heb 10 jaar lang zo’n drie uur per dag gegoocheld. En natuurlijk nog meer in het weekend. Het lijkt veel maar is gewoon gewenning. Ik begon op mijn 14e met manipuleren. Drie uur per dag en daarna werkte ik nog een uur aan mijn talen: Frans, Duits, Engels en Spaans. Want ik zag dat Richard Ross, mijn toenmalige meester, de hele wereld over ging. Ik ging vooral ook Frans leren door Veronique. Rond 1974 kreeg Richard verkering met haar. Zij sprak niet zo goed Engels. En ook kreeg ik lezingen op o.a. de Canarische Eilanden en dacht: talen zijn dus belangrijk.
“En hoe is dat bij jou?” vraag ik Alfredo gelijk. “Ook ik oefen zo’n twee tot drie uur per dag. En naar de aanloop van het NK in 2015 was dat zeker drie uur. Toen mijn act clean was ging ik daar alleen maar op verder, blijven oefenen. Alfredo vertelt dat hij twee jaar eerder met manipulatie is begonnen. Aangestoken door Yu Ho–Jin: FISM Grand Prix winnaar Manipulatie in 2012. Hij zag hem op de ‘Magic Convention’ in Blackpool, waar zo’n 3.500 magicians van over de hele wereld samen komen. Alfredo: “Vanaf dat moment ben ik begonnen. Dat wil ik ook! Ik ben gestopt met judo, voetbal en diabolo. Op mijn eigen kamer en in de gang hangt een grote spiegel en daar oefen ik vanaf toen elke dag. Soms neem ik mijn manipulaties op. Die bekijk en bespreek ik dan met Ger en Mike Walther. Daar leer ik veel van. Ger vult aan dat dit nog veel te weinig gebeurd. “Vroeger kon dat allemaal niet, nu wel: je neemt je mobiel en hup. Dat zouden goochelaars veel meer moeten doen.”
Een echte Circusfamilie
Alfredo pakt zijn eerste kaart, de harten vrouw. Alfredo: Moest je artiest worden of zat het gewoon in je? “Ja het zat in me. Ik ben opgegroeid in een circusfamilie met altijd heel veel artiesten om mij heen. Een beetje druk van mijn ouders maar ik wilde het vooral zelf graag.”
Alfredo is enig kind van moeder Margo uit de Ronell varieté familie. Samen met zijn ome Ron traden zij over de hele wereld op met hun muzikale clownstrio en hun koningspoedel-revue. Patrick, zijn vader, treedt nog steeds op in vele Franse circussen.
Zijn opa was de wereldberoemde roofdierdompteur Alfredo Beautour. Hij was de stand-in voor Tarzan in de films. Op zijn hoogtepunt trad hij op met 12 jachtluipaarden. Een kind geboren dus in het zaagsel van de piste en opgegroeid in een wereld vol glamour en glitter maar vooral ook van gewoon hard werken.
Bij Ger, weet ik, lag dat geheel anders. Hij was de 5e generatie in een schildersfamilie. Ger: “Ja, er hangt daar een rekening uit 1868 van Pieter Kopper mijn over- overgrootvader. Die begon een schildersbedrijf op de plek waar we nu zitten. Over je beroep werd bij ons helemaal niet gesproken. Je werd gewoon schilder. Met mijn eerste verdiende geld betaalde ik de lessen bij Richard Ross. Volgens mij rond de 15 gulden. Het zijn slechts twee betaalde lessen geweest. Richard heeft mij daarna een jaar lang gratis gecoacht tot aan het Nederlands Jeugdkampioenschap. Op mijn 15e was ik de eerste jeugdkampioen van Nederland. De prijs werd uitgereikt door mijn andere leermeester Henk Vermeyden. Dus veel persaandacht en in één klap beroemd in mijn dorp.
Mijn vader en moeder vonden het wel heel leuk en hebben me altijd gesteund. Maar… ze hebben geen cent aan mijn carrière betaald. Mijn vader heeft één keer een pak voor me gekocht. Dat had hij beloofd als ik aan een congres mee zou doen. Dat kostte 650 gulden en dat was in die tijd vreselijk veel geld. Op mijn 16e werd Richard Ross Wereldkampioen. Hij kreeg zoveel publiciteit. Toen wist ik het echt. Dat wil ik ook worden: goochelaar!
Ik wil door naar de volgende kaart voor Alfredo want ik merk dat Ger van geen ophouden weet. Maar dat lukt me nog niet.
Nog 10 jaar op de ladder
Een wereldkampioen op een ladder? “Ik stond uiteindelijk in een show in New York en had 500 keer mijn act gedaan. Tussen dat contract en het Wereldkampioenschap in Brussel in 1979 zat één maand. Ik wilde meedoen want je staat na 500 keer steviger in je schoenen dan anderen die alleen voor de spiegel oefenen. Maar het blijft niet makkelijk om op dat moment te presteren.
Toen ik won kwamen de optredens vanzelf. Zo’n tien keer voor de koninklijke familie maar ook bij vooraanstaande families en grote bedrijven. Die hadden geen goochelaar maar een wereldkampioen op hun feestje.Uiteindelijk heb ik nog tien jaar bij mijn vader gewerkt.
Maar op een dag zei ik: een wereldkampioen op de ladder? Hij begreep het en een paar jaar later is hij gestopt met de schilderszaak omdat hij er niet zo’n zin meer in had. Dat heb ik wel triest gevonden.”
Alfredo pakt de schoppen drie. “Alfredo: hoe bereid je je voor als je moet optreden?“
“Als ik naar een optreden ga dan neem ik mijn moeder en oom Ron mee. De familie is heel belangrijk, zij ondersteunen mij en geloven in mij. Ik luister graag naar muziek. Soms ben ik zenuwachtig en ga ik checken of alles compleet is. Want stel dat er iets mis is. Ik heb altijd van alles twee bij me. Dan een paar minuten oefenen met ballen. Dan focus ik me op de bal en de muziek en dan komt alles altijd goed. Soms ben ik zenuwachtig bij wedstrijden en de uitreiking. Maar bij een act niet.” Alfredo pakt een balletje uit zijn zak en laat deze gemakkelijk door zijn vingers dansen. Hij gaat de uitdaging aan om het ook met een gekookt ei te doen. Probleemloos!
Richard Ross: mijn held en vriend
Alfredo pakt de harten boer: “Ger: 22 juli 1968 een bijzondere dag?” Na diep nadenken volgt zijn antwoord. “Ja inderdaad. Het was een dag na mijn verjaardag. Ik stapte toen bij goochelwinkel Cortiny binnen. Dat was daar echt het walhalla, de hemel ging open. Ik was 14 en kwam Richard Ross daar tegen. Hij deed wat manipulatie trucs met kaarten en toen vroeg ik gelijk of hij mij wat les kon geven.”
“Hij was mijn held en vriend. Ik was ongelofelijk ziek toen hij overleed, heel plotseling. Richard Ross heeft bij mij het licht in mijn leven aangestoken en het is nog nooit uitgegaan! Hij introduceerde mij in de goochelwereld. Mijn hele school is gebaseerd op het feit dat ik zo dankbaar was dat hij dat voor mij deed. Want ik ben zo’n beetje de enige die door hem zo intensief is begeleid. Dat heeft me zoveel gebracht dat ik een jaar of 14 geleden terug zei: nou dan moet ik iets terug doen. Ik zal ook een jonge goochelaar eens even gaan helpen en dat is wat uit de hand gelopen. Het is zelfs een deel van mijn inkomen geworden. En als dat niet nodig was geweest had ik het ook gedaan. Ik ben er gek van. Vroeger concentreerde ik me op één act maar nu bouw ik mee aan zo’n tien acts tegelijk. We zitten hier nu nog met een tafel vol kaarten. Ik snap af en toe niet dat ik na 50 jaar nog zo bezig ben met goochelen en collega’s nu kan begeleiden. Ik kan daar zo van genieten.”
FISM of Cabaret du Monde?
Ger Copper is de held van Alfredo staat er op zijn website. “Waarom?“ vraag ik. “Omdat hij zoveel heeft meegemaakt in zijn carrière en dat wil ik ook. Over de hele wereld reizen, internationaal. Mijn grote droom is optreden in Cabaret du Monde.” “Nog liever dan wereldkampioen?” vraag ik hem gelijk. “Nee allebei!” zegt hij. Zijn ogen glunderen en spreken voor zich. Maar als Alfredo mag kiezen (we zijn aan het dromen benadruk ik nog een keer) tussen Cabaret du Monde of FISM in Busan in 2018 dan kiest hij voor het eerste. “Er zijn heel veel goede manipulatoren. Ik ben niet bang om te verliezen maar de kans dat je wint is heel klein.”
Alfredo pakt de schoppen tien van tafel. Ger: hoeveel prijzen heeft u gewonnen? Ger lacht en zegt dat het zo iets is als een jongetje dat vraagt: “hoeveel trucs kent u? “Ik weet niet eens waar alles ligt. Twee keer Nederlands Jeugdkampioen, Wereldkampioen, de Grand Prix van Frankrijk in 1976, twee keer de prestigieuze award in the Magic Castle en natuurlijk de Hans Klok Award.” “Hoeveel heb jij er al gewonnen?” vraagt Ger spontaan aan Alfredo. “Vier. Twee in Nederland en twee in België.“ (inmiddels vijf want een week na het interview won Alfredo de Grand Prix van Tsjechië.)
Eigen stijl ontwikkelen
Alfredo blijft bij de schoppen kaarten, de vier dit keer. Alfredo: hoe zorg je ervoor dat je niet te veel de stijl van Ger Copper aanneemt? “Altijd modern blijven, door de muziek en hoe je het presenteert. Zo maak ik er mijn eigen act van.”
Ger vult aan dat die vraag natuurlijk niet zomaar verzonnen is. Hij voelt zich een beetje ongemakkelijk, geïrriteerd bemerk ik. “Ja inderdaad” zeg ik hem. “Ik las dat je zelf wel eens aangaf dat je Richard Ross aan het nadoen was”. Ger: “Man hou op!” “Ze hebben ons soms 30 jaar door elkaar gehaald en zeker het leken publiek. Ik heb natuurlijk zijn stijl overgenomen. Hij leerde mij als kind precies wat goed was. Maar dat was een nadeel want ze zeiden: Richard is nét iets beter. Hij is tenslotte ook twee keer Wereldkampioen geworden.”
“Maar Ger…” vraag ik hem dan toch maar want ik weet niet of de vraag aan bod gaat komen. “Hoe zorg je er als coach voor dat Alfredo later geen Ger Lorenzo wordt?”
“Ja, het lijkt allemaal een beetje erg op elkaar, manipulatie. We gaan er vanuit dat het goed moet komen met Alfredo. Maar dit is echt weer iets tussen goochelaars: als ie maar niet op Ger Copper gaat lijken.” snauwt Ger vriendelijk naar me. “Misschien zit er van mij iets in maar als hij die kwaliteit weet neer te zetten dan is dat goed. Voor leken is het prima. Niemand kent mij of weet daarvan. Als hij volop gaat draaien dan zit ik al half in het bejaardenhuis. We proberen het bij Alfredo door de presentatie en muziek anders te maken. En hij heeft zijn eigen looks. Hij is een heel bescheiden jongen dat heeft hij meegekregen van zijn familie. Maar op het toneel is het een en al ‘shinen!’ Hij doet dat op commando als het moet. De bravoure die hij in zijn optreden kan leggen. Fan-tas-tisch, dat kan hij echt gewoon spelen. Het woord act komt van acteren, je bent iemand. En Alfredo zet dat heel goed neer.”
Jeff McBride of Enzo Knol?
Ik wil wat meer van Alfredo weten over de populariteit van het artiest zijn. Op zijn eigen “selfie gallery” onlangs gemaakt in Blackpool staat hij o.a. met Jeff McBride, Eugene Burger, Ken Dodd, Shin Lim en Dynamo. Niet de minsten. Het liefst zou Alfredo een afspraak willen maken met Jeff McBride. “Niet met Dynamo want dat is een hele andere categorie” vertelt hij mij. Ik ga een stap verder met mijn vraag: “Je moet kiezen; je mag in de show van Jeff McBride een keer meedoen of in de vlog van Enzo Knol, wie gaat het worden?” Ik promote Enzo nog eens extra door te zeggen dat Alfredo vast een stuk populairder gaat worden en kan meeliften op zijn succes. Enzo is tenslotte de grootste vlogger van Nederland. Maar liefst 1 miljoen jongens en meiden in zijn leeftijd volgen hem iedere dag….” “Daar ben ik al een keer in geweest.” antwoordt Alfredo lachend en een beetje droog.
Ger vult aan: “Nee, dat zit er bij hem allemaal niet in. Dat die publiciteit er allemaal bijkomt, dat in de belangstelling staan, ok. Maar hij is niet zo’n gozertje van zie mij nou… Nee, nee… hij is meer een kunstenaar.”
Alfredo pakt de klaveren drie met een vraag die hij misschien wel nooit aan zijn meester en held zou durven vragen. Ik merkte dat de vraag daardoor een extra lading kreeg. Ger: Wat was je grootste fout in je goochelcarrière? Hij moest even denken en klopt op tafel met een lach. “Ik heb voor mijn gevoel nooit een grote fout gemaakt, althans niet dat ik me het kan herinneren. Ik heb gewoon alles geprobeerd. Fouten maken helpt om weer te kiezen. Ja dat ik geen illusionist ben is overduidelijk. Dat heb ik vier jaar gedaan met wilde dieren. Hans Klok DAT is een illusionist. Ik kwam in 1992 terug uit Spanje met het idee wat kan ik als illusionist betekenen in Nederland. Toen zag ik Hans met Sita in Duinrell. Hij was 22 jaar met zijn wapperende blonde haren. Ik zat te kijken en dacht: géén illusionist meer. Ik was gelijk klaar!”
Alfredo pakt voor de afwisseling eens een rode kaart, de harten koning: Ger: Christian Farla met de Night of Illusions, Hans Klok met House of Horror. Moet het zó groots om te overleven?
“Ja in hun geval misschien wel. Wat is groots? Fantastisch om je eigen show te hebben. Mijn eigen show was toch een beetje een mislukking, financieel dan. Ik moest er in 2007 13.000 euro op toeleggen en dan had je ook nog eens de crisis. Het is bijna niet te doen in het theater als je zoveel mensen moet uitbetalen. Ik heb, mede door mijn eigen ervaring, enorm respect voor mensen die hun eigen theaterprogramma hebben. Het is fantastisch om je kinderen mee te nemen naar zo’n spektakel. Als je naar Hans Klok of Christian Farla, gaat dan wordt er uitgepakt.
Edward Victor: practice!
Ger pakt één van zijn favoriete kaarten; de ruiten aas. Ger: Welke tip wil je iedere goochelaar meegeven? “Heel simpel, eigenlijk Edward Victor: The rules of the sleight of hand artist are three. All others are vain. The first and second are practice and the third one is practice again. Oefening, oefening, oefening baart kunst. Daarom zeg ik altijd: alle toppers hebben waanzinnig veel tijd in hun product en hun ding gestoken.”
Na ruim 1,5 uur praten zetten we er een punt achter. Er liggen nog een groot aantal kaarten op de close-up mat met vragen als “Ger: Als je wint heb je vrienden, maar wat als je verliest?” en “Alfredo: Acteren kun je leren?” We komen er niet aan toe. Maar voor mij is meer dan duidelijk hoe de weg naar het podium is bereikt. Ger Copper en Alfredo Lorenzo Beautour. Twee generaties, twee kampioenen, twee persoonlijkheden maar met één grote overeenkomst. De absolute wil om de beste te worden in manipulatie en daar alles, maar dan ook alles, voor aan de kant te willen zetten.
Marcel Verbakel
magic@marcelverbakel.nl