Ritsko van Vliet senior (1924 – 2001) wenste zich een leven op het podium en in de schijnwerpers, als goochelaar en conferencier. Dat lukte aardig, maar tegenslag en andere factoren waren bepalend in zijn leven. Zoon Ritsko junior, nog maar twee jaar oud toen zijn moeder overleed, moest later mee in de artiestendroom van senior. Ze reisden samen door het land. Ze reisden niet alleen voor de shows, maar ook om spullen te verzamelen voor de historische variétécollectie van Ritsko senior. Juist die verzameling brengt de Leeuwarder artiest landelijke bekendheid, want het is een unieke documentatie van het variété in de jaren 1850 – 1950. De verzameling is in 1993 aangekocht door het Nederlands Theater Instituut. Oud-directeur en kleinkunstdeskundige Jacques Klöters ontvangt Ritsko junior in onderstaande documentaire tussen de mappen en de dozen. Unieke beelden zijn te zien van het Polygoon journaal van Het Nationaal Congres voor de goochelkunst uit 1951 in Zwolle. Ritsko senior treedt daar op als illusionist Riwanow samen met zijn vrouw Sarina Tumbelaka. Ontroerende beelden voor Ritsko jr., die voor het eerst bewegende beelden van zijn overleden moeder ziet. In deze Fryslân DOK komen ook Karel de Rooij en Peter de Jong aan het woord. Het duo, beter bekend als Mini en Maxi, deelt zijn visie over de kunst en kracht van het nog altijd levende variété. Ritsko junior stond in januari 2016 op de planken. Onder regie van Pieter Stellingwerf speelde hij zichzelf in de voorstelling ‘In de naam van de vader’, van gezelschap BUOG. Dat stuk bood hem de kans de relatie met zijn vader en zijn erfenis te onderzoeken. Zijn boezemvriend en goochelmaatje Theo van der Geest speelde op overtuigende wijze de rol van Ritsko Sr. en de schrijver van het stuk Sietse de Vries speelde ook zichzelf als de journalist. Ritsko en Theo hebben de smaak te pakken om als goochelaar een theatervoorstelling te maken. Er is al een uitgewerkt idee en de nieuwe voorstelling staat gepland voor 2019. Hieronder kun je de documentaire bekijken. Laat je vooral niet afschrikken door het feit dat een gedeelte van de documentaire, die we met toestemming van Fryslân DOK aan jullie mogen vertonen, in het Fries is. Het overgrote deel is makkelijk te volgen als je geen Fries kent, omdat veel ook in het (Leeuwarder) Nederlands is.
LARETTE STAK HET VUURTJE AAN
Het was vooral de kennismaking met artiesten uit de eigen omgeving, zoals Iorna en Stuurop uit Sneek, de telepaat Kara -el- Hammeden en de fakir Kapitein Nero (Douwe Bijlsma) waardoor bij de jeugdige Ritsko van Vliet de wens opkwam artiest te willen worden. Hij groeide op in een streng gereformeerd middenstandsmilieu. Op de Eewal in Leeuwarden hadden zijn ouders een galanterieën winkel maar daar had de jonge Ritsko niets mee. De glamour en romantiek die de wereld van kermis en variété toen kenmerkten, oefenden een grote aantrekkingskracht en bekoring op hem uit. In 1938 kreeg hij zijn eerste goochelboek, een reclameboekje van Quaker Oats havermout en leerde daaruit een aantal eenvoudige trucs, waarvoor hij alleen maar een spel kaarten nodig had. Zijn stiekeme bezoek aan de kermis, waar hij Larette zag optreden, stak het vuurtje verder aan. Hij bemachtigde een visitekaartje van de grote artiest. Al snel trad hij zo nu en dan op een schoolavond op, soms samen met zijn vriend Klaas van der Veer die later als accordeonist naam zou maken. Een goochelnummer voor de gedemobiliseerde militairen in de winter van 1939-1940, tijdens een voorstelling van de bekende Leeuwarder humorist Jacques Ensing, beschouwde Ritsko zelf als zijn eerste echte optreden. “Mijn ouders wisten van niets en ik was om tien uur ’s avonds weer thuis en had alleen maar een kaartspel bij me” zo herinnerde hij zich dit prille begin. Door het regelmatig kopen van goochelboekjes breidde zijn kennis van de goochelkunst zich al snel uit. In het begin van de oorlog bezocht hij bovendien enige keren de Amsterdamse studio van de door hem zeer bewonderde joodse goochelaar Larette, die hem op de Leeuwarder kermis op het juiste spoor had gezet. Van hem kreeg hij soms advies of les en kocht er kleine goochelapparaten of rekwisieten.
Ritsko van Vliet en Theo van der Geest in de voorstelling “In de naam van de vader”
MAGISCHER ZIRKEL
Hij was nog nauwelijks achttien jaar toen hij lid werd van de Magischer Zirkel, dat was natuurlijk opmerkelijk om tijdens een oorlog lid te worden van een organisatie van de vijand. Het ging Ritsko niet om sympathie voor de vijand, maar hij was van mening dat de Duitsers een variétéartiest bijzonder waardeerden en dat die daar in zeer hoog aanzien stonden en zodoende voortdurend rond kon kijken in de wereld van cabaret en variété om zo de kunst van het presenteren en de opzet van een show, kortom het echte vak te leren. Steeds vaker trad hij op voor publiek. In de laatste oorlogsjaren werd hij voor de “Arbeitseinsatz” op transport gezet naar Hannover. Ook daar in het kamp trad hij op en dat leverde hem extra brood op. De Franse troepen bevrijdden zijn kamp, maar omdat hij als goochelaar bij de Duitsers op de loonlijst stond, werd hij gezien als krijgsgevangene en werd gevangen gezet in een kamp in Toulouse. Als hij wordt vrijgelaten en terugkeert in Leeuwarden word hij lid van de Nederlandse Bond van Goochelaars. Hij ontwikkelt een grote bewondering voor Rusland. Niet omdat hij communistische sympathieën had, maar wederom omdat in Rusland de variétéartiest in hoog aanzien stond. Hij leert de taal en bezoekt een paar keer de theaters en circussen in Moskou. Hij trouwt en steekt zich in de schulden om samen met zijn vrouw een illusieshow te beginnen. In 1952 wordt Ritsko junior geboren. Twee jaar later, als de oude Ritsko een Sinterklaasvoorstelling geeft in schouwburg De Harmonie, wordt zijn vrouw Sarina op nog geen paar honderd meter van de zaal door een auto aangereden en overlijdt ter plekke. Dat verandert het leven van de beide Ritsko’s volkomen. Hij ging werken als hotelmanager in dure hotels aan de Noordzeekust. Maar de goochelkunst liet hem niet meer los.
VERZAMELEN
De liefde voor het goochelen leidde vrijwel meteen tot het verzamelen van goochelboeken en attributen, waaronder later ook vele antieke exemplaren. Door zijn ruime belangstelling voor de wereld van het cabaret, het variété, de revue en het circus werd de collectie van Ritsko van Vliet langzamerhand verrijkt met schitterende veelkleurige, vaak oude affiches met talloze programma’s, artiestenfoto’s en jaargangen van diverse vakbladen. Een groot gedeelte van de zeer unieke verzameling historisch materiaal, met als zwaartepunt de periode 1880-1950, werd in 1993 door Theater Instituut Nederland aangekocht met steun van het Prins Bernhard Fonds en de Stichting VSB Fonds.
Vanzelfsprekend bleef hij zich ontwikkelen binnen zijn vakgebied, bezocht congressen, trad met grote regelmaat op ondermeer bijgestaan door pianisten als Dirk Posthumus en Age Haarsma, schreef artikelen en publiceerde zelfs in 1980 het eerste en enige Friese goochelboek: “Guchelboek foar jongerein en begjinners” uitgegeven door de Stichting Utjowerij Frysk Toaniel. Juist de talrijke voorstellingen voor kinderen gaven hem veel voldoening, waarbij hij de kinderen zelf zoveel mogelijk bij de voorstelling betrok. Waarschijnlijk in de hoop bij hen iets van die belangstelling en nieuwsgierigheid op te roepen die hij zelf vroeger had ervaren. Zo bleef hij ook steeds bereid nieuw talent te helpen en les te geven. Voor zijn enthousiaste inzet op al deze gebieden ontving hij verschillende onderscheidingen.
VERANDERING
Door de veranderingen die zich al vanaf de jaren vijftig langzamerhand voltrokken in de wereld van het amusement, zag Ritsko steeds meer verloren gaan van dat wat voor hem zo boeiend en kenmerkend was geweest voor het variété uit zijn jeugd. Zo bleef hij een goochelaar die van zijn hobby zijn beroep maakte, die misschien zijn vroegere droom van een glansrijke carrière door een veranderde realiteit zag ingehaald, waardoor nostalgie zijn kijk op deze tijd vaak bitter kleurde. Begin jaren 70 kreeg hij last van zijn hart en mocht van de dokter niet meer optreden. Hij ging zich toen nog meer bezighouden met zijn verzameling. Hij trad soms nog wel op met zijn zoon die nieuwigheden in het programma bracht. Zoals een playbackshow. Zo ontwikkelde de jonge Ritsko zich als DJ en reisde door Nederland en Duitsland. Eigenlijk verafschuwde de oude heer dat nieuwerwetse gedoe. Als hij over vroeger praatte, en dat deed hij graag, had hij het altijd over ,,de fijnste orkesten” die je toen had, met muzikanten die tegelijk gentlemen waren en bovendien noten konden lezen. Heel anders dan die rare muziek van nu. ”Oud worden is niet erg”, zei Van Vliet, ”maar als je niet gezond bent is het niks.” De moderne tijd vond hij ook onplezierig. “Al die rotauto’s. Al die vliegtuigen. Bedelaars bij het station. Dat rumoer. De romantiek is eigenlijk weg.’’
De “Ritsko van Vliet Show” (Ritsko Sr. bovenste rij rechts, Ritsko Jr. zittend tweede van links)
Op 22 januari 2001 overleed Ritsko van Vliet senior plotseling op 77 jarige leeftijd. De dag ervoor had er nog een groot interview met hem in de Leeuwarder Courant gestaan. Deze gedistingeerde, eigenzinnige, markante en perfectionistische man blijft in onze herinnering dankzij de voorstelling die zijn zoon 15 jaar na zijn dood maakte.
Dit artikel kwam tot stand na een interview met Ritsko van Vliet Jr. en Theo van der Geest en met welwillende medewerking van Fryslân DOK.
Frans de Groot