Op 26 mei jl. overleed Suze Broks, de oudtante van mijn ex, op 74-jarige leeftijd. Ze werd in de oorlog geboren. Haar vader liep al snel weg en haar moeder was niet in staat haar zelf op te voeden. Suze’s oom en tante namen als pleegouders de zorg op zich. Zij gaven haar kansen. Op haar achtste jaar mocht ze op ballet en ze bleek een uitstekende danseres te zijn. In het seizoen 1959/1960 was ze een jaar lid van het Scapino ballet. Maar in deze tumultueuze levensfase met een kort huwelijk met de bekende goochelaar/jongleur David Waterman (de huwelijksvoltrekking werd als primeur gesloten in de Amsterdamse sociëteit De Kring) voorkwam dat ze zou doorbreken in het klassieke ballet. Ze was ineens de assistente in een variétéshow. Later werd ze actrice en verscheen in films als Turks Fruit en Keetje Tippel. In de jaren zestig was Suze Broks veel op televisie te zien in de shows van Rudi Carrell, Rob Touber en Bob Rooyens. Het bekendst werd ze met haar rol in de langlopende TV-series “Vrouwenvleugel” en “Oppassen”.
Wie was toch die David Waterman. Tante Suze sprak er nooit over, dus ben ik maar een onderzoekje gestart naar de bijzondere levensloop van Dave Parker, een absolute ster in de internationale circuswereld. Hij trad onder meer samen op met grootheden als Sammy Davis Jr. en Maurice Chevalier. Furore maakte hij in de Parijse spektakelshow Crazy Horse Saloon, waar hij in de jaren zestig en zeventig tien jaar werkte.” Ik verdiende daar meer dan de minister-president, zei hij altijd. 250 gulden per dag,” zei hij eens in “De Telegraaf”. Parker was een van de eerste jongleurs die de wereld veroverde, herinnert Henk van der Meyden zich. Hij wist er totaaltheater van te maken. Het was bij hem meer dan een reguliere circusact. We hebben het tegenwoordig wel over het nieuwe circus, maar hij bracht dat al in de jaren vijftig en zestig in de praktijk. In die tijd stonden jongleurs nog stokstijf op het podium. Maar Dave danste en bewoog uitbundig. Het hele podium en de hele piste was gevuld. Die danspasjes leerde hij van tante Suze.
Frans de Groot
Oorlog
David Waterman werd op 7 juli 1934 geboren. Zijn vader, Meijer Waterman, had een sigarenzaak op de Weesperstraat 74. De familie Waterman moest in de oorlog onderduiken en kwamen terecht bij een trouwe klant van de sigarenzaak in Bergen, Noord-Holland. David kon niet meer naar buiten toe en werd mensenschuw. De verveling in de onderduik was bijna dodelijk. Maar David kreeg afleiding. Zijn onderduikvader was een behoorlijk goede amateur-goochelaar die op bruiloften en partijen wat bijverdiende. Om David bezig te houden deelde hij zijn trucs met hem. David oefende zo lang tot hij de trucs tot in de perfectie beheerste. Spullen om nieuwe trucs te maken waren er niet. Wel sigarenkistjes. David oefende en oefende. Op een dag konden die doosjes zweven. Na de doosjes, kwamen hoedjes, flesjes en nog veel meer en soms zweefde David zelf.
Het gezin overleefde de oorlog. Veel huizen op de Weesperstraat werden na de oorlog gesloopt en hoewel het gezin in 1956 nog op de Weesperstraat 74 woonde, werd het huis in maart 1964 afgebroken en het gezin had inmiddels een woning in de Rivierenbuurt betrokken. Zodra David kon ging hij het huis uit. Hij wilde de wereld in. De onderduik had hem rusteloos gemaakt en school kon hem niet meer boeien. Hij ging optreden als goochelaar, maar kwam er al gauw achter dat zijn liefde bij het jongleren lag. Zijn debuut maakte hij in 1949 bij de eerste voorstelling van Circus Elleboog, met als eregast de kersverse koningin Juliana. David jongleerde. Hij wierp een balletje in de richting van Juliana met de bedoeling dat zij dat terugwierp. Dat deed ze. ‘Ik ving dat balletje op met een stokje in mijn mond. Ik had het ook kunnen gooien naar Ied Last, de leidster van het circus, of naar een andere bezoeker. Maar ik voelde: dit kan publiciteit opleveren. De volgende dag stond er een foto op de voorpagina’s van Het Vrije Volk, Het Parool en het Algemeen Handelsblad. Een prachtig begin van een carrière als variétéartiest. Hij schnabbelde overal in het land, werkte bij Wim Kan en Ramses Shaffy en als hij ergens niet verscheen, zei zijn moeder Sara desgevraagd: “Ik denk dat de baron aan het rusten is”.
jongleren met koningin Juliana
Avant-garde
David sloot zich aan bij avant-gardistische kunstenaars in Amsterdam, zoals Simon Vinkenoog en Lucebert en in 1960 raakte hij betrokken bij het eerste Nederlandse jongerenblad Taboe. Hij stond op de cover van het tweede nummer. Hij ging andere kleding dragen zoals de artistiekelingen uit die tijd gekleed gingen; zwarte broek en zwarte coltrui. Eddy Posthuma de Boer maakte deze iconische foto.
Hij veranderde zijn artiestennaam in Dave Parker. Dat bekte Internationaal beter en dat was toch ook een vulpen! Hij trad op in kleine theaters en zijn publiek onthield David, de man bij wie de zwaartekracht niet leek te bestaan. Simon Vinkenoog zei over hem: “Het was in Ruigoord, dat ik hem bij feesten en voorstellingen vaker trof: hij was uiteraard een van de gasten op mijn ruim gevierde 75e verjaardag aldaar. Wat een lief, vriendelijk, zachtmoedig, altijd belangstellend mens.”
Crazy Horse Saloon
In 1961 trad hij op in de TV-show “Een kwartje per seconde” met als gastheer Lou van Burg. De eigenaar van de Crazy Horse Saloon, de dure nachtclub, waar Salvador Dali met verf ingesmeerde blote meisjes over vellen papier rolde, was onder de indruk en boekte hem meteen. Zijn vriend Opland, de tekenaar van de Volkskrant, bracht hem in 1962 naar Parijs. Hij beleefde gouden tijden. Hij stond ’s middags rond twaalf uur op, deed zijn oefeningen en ontdekte Parijs. Hij bezocht de musea en was altijd vroeg in de kleedkamer om zich te concentreren. Hij dronk geen druppel, blowde nooit en was de toeschouwer in de grote kring van bevriende artiesten die hem wel goed raakten. David werkte daar tien jaar, van 1962 tot 1972, en vond er zijn tweede vrouw. Na deze nachtclub lag de wereld aan zijn voeten. Sammy Davis jr. zag hem optreden en gaf hem een contract. Hij stond maanden in de Sands in Las Vegas samen met Frank Sinatra, kwam op de Amerikaanse tv en zijn vrouw en dochter reisden steeds mee. Naast al zijn trucs had David een Charlie Chaplin imitatie, die zelfs in de smaak viel bij de dochter van Chaplin, Geraldine. Zij vond het zo mooi dat ze met David wilde optreden.
David met vrouw en dochter
Terug in Amsterdam
Na Amerika trad hij op in Japan, Afrika, het Midden-Oosten en vooral Europa. Hij had een Volkswagenbusje dat als kinderkamer voor dochter Venus was ingericht. Ze bleven een maand op één plek; in een goed appartement. ’s Ochtends kreeg Venus les van haar moeder en ’s middags mocht zij meestal naar een school in de buurt: ‘Heerlijk al die kinderen’. In 1988 toen Venus tien was, kwamen ze naar Amsterdam, maar de helft van het jaar was David op reis. In Berlijn bracht hij na de voorstelling een jonge Japanse goochelaar, die met duiven werkte naar huis. Iedere keer scheten de duiven zijn auto onder. De volgende ochtend maakte David alles schoon. ‘Ach, die jongen moet je een beetje helpen.’ Hij overlaadde zijn vrienden, familie en onderduikfamilie met champagne, taart en bonbons. Hij genoot van het applaus, de glamour en de glitter, maar afgeschminkt verdween hij in de massa. Hij verdiepte zich in het verleden, volgde het wereldnieuws, verguisde het zionisme en bleef verbaasd dat hij met drie balletjes in de lucht kon leven en overleven.
David kon stoppen met werken toen hij zestig was. Deels omdat hij het zich kon veroorloven, maar ook omdat hij merkte dat er steeds minder belangstelling kwam voor jongleurs, goochelaars en variété. Het gezin ging in de Beethovenstraat wonen. David raakte in de vergetelheid. Zijn dochter ging op 18-jarige leeftijd het huis uit, en daarna vertrok zijn vrouw. David werd eenzaam. In december 2007 had Rob Fransman, zijn buurman, een gesprek met hem. Hij zou 14 verschillende circusvoorstellingen gaan zien, hij was blij zijn passie te kunnen volgen tijdens de komende dagen.
Ashton Brothers
Jacques Klöters vertelde dat hij op het laatst van zijn leven variéténummers op video zat op te nemen van de televisie. Hij had ook een belrondje. “Let op Jacques het is zaterdag vandaag, vanavond om 10 uur op RTF 5 een goeie show met twee uitstekende acrobaten en een prachtig luchtnummer, moet je wel zien hoor!”
Hij had ook veel verstand van het vak en vertelde Jacques dat er maar een paar basistechnieken waren die elke variétéartiest moest beheersen: evenwicht, vallen, het komische loopje waarbij vooral de shuffle van belang was , de double take (komisch vertraagd reageren) en nog zo het een en ander.
Ik zei: “Je moet eens meekomen naar de Ashton Brothers dat zijn jonge jongens van de kleinkunstacademie die iets willen bereiken op dit gebied”. Wij naar de Kleine Komedie. Hun eerste programma. Stampvol met jongelui die enorm enthousiast reageerden op alles. Het was een triomf. Ik keek Dave trots aan. “Goed hè? Er is nog hoop voor het variété”: zei ik. Dave zei: “Vinden jullie dit goed? Maar dit is toch helemaal niks! Ze laten van alles liggen! Neem nou die act met die regenjassen met dat handje. Ik heb zoiets eens gezien van een Argentijn maar bij het compliment maken haalde hij nog een extra lach door … en dat laten deze jongens zomaar liggen”. Dave ging verder met het analyseren van alle acts die hij gezien had en met het opsommen van alles wat nog beter had gekund. “Stel me maar voor aan die knullen, dan zal ik het ze uitleggen”.
“Dave”, zei ik, “die jongens lopen nu op wolken, hou je rustig, prijs ze en complimenteer ze en zeg een paar dingen waar ze nieuwsgierig van worden, geef je nummer en zeg: als je er eens over praten wil, dan bel je maar”. Dave complimenteerde ze maar kon zich niet inhouden en kwam met een lading kritische opmerkingen waar ze op dat moment niet op zaten te wachten. Ik trok hem mee naar buiten waar Dave me nog een uur les gaf in variété-technieken. In de Halvemaansteeg demonstreerde hij het loopje van Chaplin en op het Rembrandtplein liet hij zien wat Michael Jackson precies deed bij zijn beroemde shuffle.
De Ashton Brothers waren geïntrigeerd en dat leidde tot een avond bij Pepijn Gunneweg thuis, waar Dave video’s draaide van acts waarvan hij vond dat die jongelui ze gezien moesten hebben. Ik adviseerde hem niet te praten en niets uit te leggen. Alleen de video’s laten zien en antwoorden op de vragen die ze daarna stellen, zei ik. Het werd een mooie en leerzame avond.
the Ashton Brothers
De reactie van Pim Muda (Ashton Brothers) op deze anekdote was: “Het is zoals Jacques Klöters vertelt. We zijn blij dat we hem nog hebben kunnen ontmoeten. Een echte variété-artiest, onze inspiratiebron, ook de tragische kanten die vaak aan dit soort artiesten hangen. Wat Dave wellicht niet begreep was dat wij eigenlijk een show maken OVER mensen zoals hij, mensen die in een levensloop een nummer van 5 minuten uitbouwen tot een act van 15 minuten. Met alle ultieme details van dien. Het gaf ook niet dat hij dat niet begreep, want zijn kritiek op dat moment zette ons op scherp, en daar hebben we altijd ons voordeel mee kunnen doen. Ik heb nog een opname van die bewuste avond waarin hij vertelt en laat zien welke basis-technieken een goede artiest moet beheersen: funny walks, jongleren, goochelen, funny faces, tapdansen, en een prettige zangstem. Buitengewoon leerzaam toch?”
Begrafenis
Waterman overleed op 16 januari 2008 op 73-jarige leeftijd. De zondag ervoor kreeg de jongleur een hartaanval. Met spoed werd hij geopereerd. Hij kreeg een nieuwe hartklep. Maar het mocht niet baten. Zijn nieren, waar hij al lange tijd last van had, werkten niet meer mee.
Rob Fransman, de buurman in de Beethovenstraat, ging naar de crematie, bang dat zo’n eenzaam man alleen zijn laatste reis zou maken. Maar de aula was vol, er waren oud- collega’s, schrijvers, schilders en zelfs twee oud-ministers. Oudere kleinkunstenaars vertelden dat ze in David’s Parijse jaren zijn beste vrienden waren geweest. Op een groot scherm werd een diashow van zijn successen vertoond. Dia’s van Dave Parker in Las Vegas met Sammy Davis Jr, met Nelson Mandela in Johannesburg, met Barbra Streisand in Londen. Er was een wereldster heengegaan, die zijn laatste jaren in eenzaamheid sleet. David Waterman, van de piste van Circus Elleboog tot de beroemdste podia ter wereld.
Dit artikel kwam tot stand met welwillende medewerking en toestemming van:
NRC Handelsblad
Jacques Klöters
Rob Fransman